Hitte

Hitte

Klimaatverandering leidt in Nederland tot meer zomerse en tropische dagen. Dat bleek overduidelijk in de zomer van 2018. Het was, volgens het KNMI, de warmste zomer in minimaal drie eeuwen met maar liefst twee hittegolven. Vóór 1975 was een hittegolf een zeldzaam verschijnsel. Meer dan de helft van het aantal hittegolven vond plaats in de afgelopen 28 jaar.

Broeikasgassen in de atmosfeer houden de warmtestraling van de zon vast en zorgen voor een ‘natuurlijk’ broeikaseffect. Zonder dit effect zou de gemiddelde temperatuur op aarde 33 graden lager liggen. Door diverse activiteiten van de mens, zoals de verbranding van fossiele brandstoffen en ontbossing, komen er meer broeikasgassen (waaronder CO2, CH4, O3, H2) in de atmosfeer terecht. Dit versterkt het broeikaseffect en zorgt voor de opwarming van de aarde.

In de steden wordt het doorgaans warmer dan in het omliggende buitengebied, doordat steden door de bebouwing logischerwijze meer warmte vasthouden. Dit wordt het stedelijk hitte-eilandeffect genoemd. Door veranderingen in onze verstedelijking (meer bebouwd oppervlak, dichtere bebouwing en toenemende ‘verstening’ in de bebouwde kom) wordt het hitte-eilandeffect versterkt.

De toenemende hitte-extremen hebben verschillende effecten. Zo leidt toenemende hitte tot gezondheidsproblemen en extra sterfte onder kwetsbare groepen. Ook kan hitte leiden tot verminderde arbeidsproductiviteit en slaapstoornissen. Een ander effect van hitte is dat materialen uitzetten. Hierdoor kunnen bijvoorbeeld bruggen niet meer openen of sluiten.